Willem Asman

Willem AsmanWillem Albert Hajo Asman (1948) studeerde van 1966 tot 1973 scheikunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht met als hoofdvak analytische chemie en als bijvak meteorologie. Al tijdens zijn studie gaf hij blijk van zijn interesse in de milieubescherming en de praktische toepassing van de chemie daarbij (Asman & Korff de Gidts, 1973; Amsan, 1973). Ook was hij in deze tijd een van de leidende figuren in het Kromme Rijn project, een voor die tijd uitzonderlijk project waarin voor het eerst een integrale, multidisciplinaire gebiedsbenadering werd gebruikt (Asman & Tjallingii, 1974). Het project beoogde 'een steentje bij te dragen tot een milieuhygiënisch meer verantwoord en ekologisch evenwichtiger beheer van het landschap'.

Asman vervulde nadat hij was afgestudeerd, als dienstweigeraar zijn vervangende dienstplicht bij Instituut voor Meteorologie en Oceanografie van de Rijksuniversiteit Utrecht. Een curiositeit was dat de dienstweigeraar een deel van zijn onderzoek verrichtte op terrein van de marinevliegbasis 'De Kooy'. Aldaar was hij een veel geziene gast die samen met de officieren drie-of viergangenmenu's verorberde. Ook verscheen in deze tijd het voor die tijd baanbrekende overzichtswerk van publicaties op het terrein van de chemische samenstelling van neerslag (Asman & Conrads, 1976). Na afloop van zijn vervangende dienstplicht kreeg Asman een reguliere aanstelling bij Instituut voor Meteorologie en Oceanografie. Zijn onderzoeksgebied was in deze tijd nog steeds de chemische samenstelling van neerslag. Hij bouwde hiermee in de loop der jaren het rudimentaire onderzoek van Conrads van hetzelfde insituut geleidelijk aan uit. Aan het eind van de jaren zeventig kwam een structurele samenwerking met Slanina van het Energieonderzoek Centrum Nederland tot stand. Dit resulteerde is een aantal onderzoeken die belangrijke bijdragen aan de kennis voor de juiste monsterneming van neerslag voor chemisch onderzoek en de herkomst van stoffen in neerslag hebben opgeleverd.

Aan het eind van de jaren zeventig kreeg ook Ed Buijsman (1948) een aanstelling aan het Instituut voor Meteorologie en Oceanografie. Aanvankelijk in de vorm van een aanstelling buiten bezwaar was hij min of meer vrij om zijn onderzoeksveld te kiezen. Inmiddels was ook het fenomeen zure regen ontdekt en Buijsman koos de chemische samenstelling van neerslag en daarbij - enigszins ongebruikelijk - atmosferisch ammoniak, mede in relatie tot zure regen, als onderzoeksobject. Het onderzoek aan ammoniak zou vervolgens in de loop der jaren tot een van grootste op het gebied van atmosferische chemie in Nederland worden. Het leidde tot een stroom van rapporten en publicaties. Asman zou zelfs in 1987 op het onderwerp ammoniak promoveren en uitgroeien tot een van de autoriteiten op het terrein van atmosferisch ammoniak. De groep 'Chemie van de atmosfeer' van het Instituut voor Meteorologie en Oceanografie telde in 1986 al vijf leden, waaronder Jan Willem Erisman, maar zou in dat jaar door politieke machinaties aan het instituut uit elkaar vallen.

Asman ging aanvankelijk, net als Buijsman en Erisman, naar het Rijskinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in Bilthoven om daar bij het Laboratorium voor Luchtonderzoek van Klaas Van Egmond het luchtonderzoek te versterken, maar zou in 1989 naar Denemarken vertrekken om een betrekking te aanvaarden aan het National Environmental Research Institute (1988-2002) en later het Institute for Agricultural Sciences van de universiteit van Aarhus (2002-2006). Daarnaast werkte hij voor het International Institute of Applied Systems Analysis in Oostenrijk (2007-2008). Vanaf 2008 was hij docent natuur- en scheikunde en technologie aan het Mercantec, het technisch gymnasium in Viborg, Denemarken. Verder is hij coördinator van ESCAPERS, European Scholars Consumption And Production of Energy from Renewable Sources, een Europees Comenius project. Verder verricht hij werk als zelfstandig onderzoeker onder de vlag van het door hem in 1995 gestichte Global Environmental Consultancy.

Asman was en is een autoriteit op het gebied van atmosferisch ammoniak en heeft in de loop der jaren een grote hoeveelheid artikelen over veel aspecten van ammoniak in de atmosfeer geschreven. Ook is hij regelmatig gastspreker op congressen. Asman is altijd een mens met een duidelijke maatschappijvisie en taakopvatting van zijn werk geweest. Autoritair gedrag is hem vreemd; hij laat liever kennis, ervaring en (wetenschappelijke) feiten spreken.

Selectie van de (vroege) publicaties van Asman

  • Asman WAH & Korff de Gidts J, 197, 'Zuurstofhuishouding in stromend oppervlaktewater', Kromme Rijn Rapport rapport 24, Analytisch-chemisch Laboratorium, Rijksuniversiteit Utrecht.
  • Asman WAH, 1973, 'Uitwassing van zwaveldioxide uit de atmosfeer', Kromme Rijn Rapport rapport 37, Instituut voor Meteorologie en Oceanografie, Rijksuniversiteit Utrecht.
  • Asman WAH & Tjallingii SP (red.), 1974, 'Het Kromme-Rijnlandschap: een ekologische visie. Verslag van het Kromme-Rijnprojekt, 1970-1974', Kromme Rijn Rapport rapport 30, Stichting Natuur en Milieu.
  • Asman WAH & Conrads LA, 1976, 'Bibliography on precipitation chemistry', Instituut voor Meteorologie en Oceanografie, Rijksuniversiteit Utrecht.
  • Asman WAH & Jonker PJ, 1976, 'De representativiteit van een puntmeting bij bepaling van de chemische samenstelling van de depositie', Rapport, Instituut voor Meteorologie en Oceanografie, Rijksuniversiteit Utrecht.
  • Asman WAH, 1980, 'Draft, construction and operation of a sequential rain sampler', Water, Air and Soil Pollution 13, 235‑245.
  • Buijsman E, Asman WAH & Conrads LA, 1980, 'Ons leven verzuurt de neerslag', Chemisch Weekblad 76, 332-333.
  • Asman WAH, Ridder TB, Reijnders HFR & Slanina J, 1982, 'Influence and prevention of bird‑droppings in precipitation chemistry experiments', Water, Air and Soil Pollution 17, 415‑420.
  • Buijsman E, Maas JFM & Asman WAH, 1984, 'Een gedetailleerde ammoniakemissiekaart van Nederland', Rapport, Instituut voor Meteorologie en Oceanografie, Rijksuniversiteit Utrech.
  • Asman WAH, Buijsman E, Verrmetten A & Slanina J, 1986, 'Import en export van zuur in Nederland', Eneregieonderzoek Centrum Nederland, Petten.
  • Asman WAH, 1987, Atmospheric behaviour of ammonia and ammonium, proefschrift, universiteit van Wageningen.
  • Buijsman E, Maas JFM & Asman WAH, 1987, ' Anthropogenic emissions in Europe', Atmospheric Environment 21, 1009-1022.
  • Asman WAH and Janssen, AJ, 1987, 'A long-range transport model for ammonia and ammonium for Europe', Atmospheric Environment 21, 2099- 2119.
  • Verder vele, vele artikelen

Logo LUVO